Een 58-jarige patiënt komt bij jou op de spoedeisende hulp. Hij heeft sinds 1 dag last van zijn buik. Bij navragen gaat het om stekende buikpijn die eigenlijk constant aanwezig is. Het is sinds gisteravond geleidelijk ontstaan. De man heeft zelf geen idee wat het zou kunnen zijn. Hij hoopt vooral dat zijn klachten snel verdwijnen.
Als beginnende zorgprofessional beginnen je hersenen te kraken. Wat past er allemaal in de differentiaal diagnose…
Het is goed om te vermelden dat de patiënt 5 dagen geleden positief is getest op corona. Hij had last van koude rillingen, smaakverlies en hoestklachten. Gelukkig is dit nu aan de beterende hand.
Als coassistent wil je graag meer weten over de buikpijn. De patiënt vertelt dat de pijn in eerste instantie zich vooral rond de navel bevond. Nu heeft hij het gevoel dat het zich richting de rechter kant van zijn buik verplaatst.
Je begint al een beetje inzicht te krijgen in de klacht. Maar dat is natuurlijk niet genoeg. Tijd voor de speciële anamnese.
Patiënt vertelt gisteren meerdere keren gallig gebraakt te hebben. Gelukkig is hij nu niet meer misselijk. De ontlasting van vandaag was normaal van kleur en consistentie. Er is geen rectaal bloedverlies en geen sprake van zuurbranden. Daarnaast heeft de patiënt voor zover hij weet geen koorts gehad. Omdat je de DD zo breed mogelijk wil houden, heb je ook nog wat vragen uit andere tractus gesteld. Hieruit kwam dat er geen scrotale pijn of liesklachten zijn. Ook is er geen sprake van dysurie.
Patiënt gebruikt geen medicatie, is niet allergisch en rookt en drinkt niet. In de familie komen soortgelijke klachten niet voor.
Je wil naar aanleiding van het verhaal lichamelijk onderzoek doen. Bij het buikonderzoek zie je een slank abdomen, geen littekens, normaal klinkende maar zeer spaarzame peristaltiek, wisselende tympani, drukpijn rechtsonder, geen drukpijn elders, lichte loslaatpijn, Murphy sign negatief, Psoas sign negatief. Er is geen slagpijn in de nierloges. De longen klinken normaal.
Wat is nu de meest waarschijnlijke diagnose?