fbpx

Oh nee, een snee! Over wondgenezing

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Je bent iets aan het snijden tijdens het koken en opeens schiet er een pijnscheut door je vinger heen. Je hebt je gesneden… Zoekend naar een pleister, stopt het al snel met bloeden. Zo dat is ook weer opgelost. Maar eigenlijk begint het echte werk dan pas echt. Dan doel ik vooral op de wondgenezing.

Bloedstolling

Het stoppen met bloeden komt door hemostase, oftewel bloedstolling. Je vaten contraheren en er vormt een fibrineprop. Daarnaast komen er pro-inflammatoire cytokinen en groeifactoren vrij. Deze factoren stimuleren de groei van epitheelcellen en zorgen dat neutrofielen en monocyten worden aangetrokken. Dit alles zorgt dat de inflammatiefase (ontstekingsfase) van de wondgenezing begint.

Als de bloeding onder controle is, komen ontstekingscellen naar de wond. Neutrofielen, macrofagen en lymfocyten infiltreren achtereenvolgens de wond en het weefsel eromheen. De neutrofielen zorgen voor de afvoer van afvalstoffen afkomstig van fagocytose-cellen en andere micro-organismen. Dit voorkomt in principe een infectie. De neutrofielen sterven, waardoor er intracellulaire enzymen vrij komen die zorgen dat het weefsel afsterft.

De tweedelijns verdediging tegen infectie bestaat uit macrofagen en fagocytose bacteriën. Er worden allerlei stoffen uitgescheiden die het necrotische weefsel rondom de wond afbreken. Ook fibroblast groeifactoren, de transformerende groeifactor, epidermale groeifactoren en interleukine worden door macrofagen gevormd. Deze spelen een rol in de volgende fase van de genezing.

De proliferatiefase

De proliferatiefase overlapt de inflammatiefase en kenmerkt zich door her-epithelisatie. Dit betekent dat er nieuwe epitheelcellen worden aangemaakt die zich over de voorlopige matrix in de wond verspreiden. Fibroblasten en endotheelcellen spelen de belangrijkste rol bij het herstel van de dermis. Ze bevorderen bijvoorbeeld de aanmaak van collageen en granulatieweefsel. Ook het maken van nieuwe bloedvaten, de angiogenese, wordt volbracht met behulp van endotheelcellen.

Wanneer er een frame van collageen is gevormd door de fibroblast cellen en het verdere herstel van de dermis plaats vindt, kan de hermodelleringsfase beginnen. In deze fase vindt de verdere aanmaak van collageenweefsel plaats. Dit zorgt dat de rekbaarheid van het weefsel toeneemt. Het kan tot wel twee jaar duren voordat deze laatste fase is afgerond.

Ontdek de Hormonale As: evenwicht in het Lichaam

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Misschien ken je iemand of ben je iemand die af en toe een ‘studiepil’ gebruikt. De pillen zouden het leren makkelijker moeten maken. Maar hoe werkt dat eigenlijk? En wat zijn de risico’s?

Al jaren neemt de studiedruk en prestatiedrang bij studenten toe. Het behalen van je tentamen is erg belangrijk, je wil natuurlijk wel de studiepunten halen. Ook de druk vanuit de arbeidsmarkt neemt toe. Studenten willen goede cijfer op hun CV kunnen zetten. En natuurlijk speelt social media ook een rol in ons studiegedrag. We raken sneller afgeleid.

Onder de studenten worden pillen als Adderall, modafinil en Ritalin vaak gebruikt. Ze geven een plezierig gevoel waardoor de vervelende opdrachten toch iets minder saai lijken. Daarnaast verminderen ze (tijdelijk) je vermoeidheid. Inmiddels zijn er ook speciale ‘studeerpillen’. Deze zijn gewoon bij de drogist of online te koop. Vaak b

Het hormoonstelsel speelt een cruciale rol bij het reguleren van diverse processen in ons lichaam. In deze blog ontdek je de complexe interacties tussen de hypofyse, hypothalamus en andere klieren.

De hormonale as is verantwoordelijk voor het reguleren van veel verschillende processen in het menselijk lichaam. De hypofyse in de hersenen is de centrale hormoonklier die veel andere klieren in het lichaam controleert, remt en stimuleert.

De hypofyse heeft een voor- en achterkwab en is door middel van een steel verbonden met de hypothalamus. Hier tussen lopen zenuwvezels en een speciaal netwerk van bloedvaten, het poortstelsel. De voorkwab maakt bijna alle hormonen aan die door de hypofyse worden afgescheiden.

De hypothalamus is een onderdeel van het voorste gedeelte van de hersenstam. De hypothalamus controleert de hypofyse en vormt de schakel met het zenuwstelsel. Sommige hormonen stimuleren de afgifte van hypofysehormonen, terwijl anderen die hormonen juist remmen. Zo ontstaat er steeds een evenwicht. De hypofyse maakt dan weer hormonen en geeft ze af aan het bloed. Deze hormonen sturen weer andere klieren in het lichaam aan.

Het hormoonstelsel bestaat uit verschillende hormoonklieren. Elke hormoonklier produceert bepaalde hormonen en geeft deze af. Niet alleen hormoonklieren maar ook lichaamscellen zijn in staat om hormonen te produceren. Deze hormonen heten weefselhormonen. Voorbeelden zijn de darmen, de maag en de nieren. De hormonen worden via het bloed getransporteerd en voornamelijk in de lever afgebroken.

Het geheel aan klieren en organen wordt de hormonale as genoemd. Een voorbeeld hiervan is de hypothalamus-hypofyse-schildklier as. Zoals hierboven genoemd zet de hypothalamus de hypofyse aan tot de aanmaak van hormonen, onder andere TSH. TSH zorgt er op zijn beurt voor dat de schildklier schildklierhormoon gaat maken. Op het moment dat er voldoende van dit hormoon in het bloed aanwezig is, krijgt de hypothalamus een signaal. De hypothalamus remt de hypofyse weer af, waardoor ook de schildklier minder wordt gestimuleerd. Gevolg is dat er minder schildklierhormoon wordt aangemaakt. Zo is het evenwicht weer hersteld.

Studeerpillen: Even een pilletje tijdens het leren

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Misschien ken je iemand of ben je iemand die af en toe een ‘studiepil’ gebruikt. De pillen zouden het leren makkelijker moeten maken. Maar hoe werkt dat eigenlijk? En wat zijn de risico’s?

Al jaren neemt de studiedruk en prestatiedrang bij studenten toe. Het behalen van je tentamen is erg belangrijk, je wil natuurlijk wel de studiepunten halen. Ook de druk vanuit de arbeidsmarkt neemt toe. Studenten willen goede cijfer op hun CV kunnen zetten. En natuurlijk speelt social media ook een rol in ons studiegedrag. We raken sneller afgeleid.

Onder de studenten worden pillen als Adderall, modafinil en Ritalin vaak gebruikt. Ze geven een plezierig gevoel waardoor de vervelende opdrachten toch iets minder saai lijken. Daarnaast verminderen ze (tijdelijk) je vermoeidheid. Inmiddels zijn er ook speciale ‘studeerpillen’. Deze zijn gewoon bij de drogist of online te koop. Vaak bevatten ze cafeïne, kruiden en vitamines.

Belangrijk om te vermelden is dat de pillen niet allemaal wetenschappelijk bewezen effecten hebben. Daarnaast werken niet alle pillen bij iedereen hetzelfde. Ritalin kan bij sommigen de concentratie verbeteren. Maar het kan ook het tegenovergestelde effect veroorzaken, je wordt druk en krijgt zin om leuke dingen te doen. Het studeren wordt dus moeilijker. Waarschijnlijk speelt het placebo-effect ook een rol bij de gebruikers. Als studenten verwachten dat de pillen helpen, dan helpen ze meestal ook.

Risico’s van studeerpillen
Er komen natuurlijk ook risico’s kijken bij het gebruik van pillen en medicatie. Mogelijke bijwerkingen zijn:

hoofdpijn;
slapeloosheid;
hartkloppingen;
stemmingswisselingen;
en paniekaanvallen.
Het verschilt per pil wat de bijwerkingen zijn. De ‘studeerpillen’ hebben over het algemeen minder risico’s, omdat ze natuurlijker zijn. Toch moet je letten op de hoeveelheid cafeïne. Wanneer je teveel cafeïne inneemt, kan je gaan beven en hartkloppingen krijgen.

De beste oplossing voor betere concentratie tijdens het studeren is voldoende slaap. Tijdens je slaap verwerken je hersenen informatie naar je langetermijngeheugen. Ook sporten heeft veel voordelen. Het maakt je gemotiveerder en vermindert de hoeveelheid stress.

Bronnen:

Helpt een pil bij het studeren? | NPO Kennis
Leerlingen grijpen naar ‘studiepil’ tijdens examens: ‘Maakt je niet slimmer’ | Gezondheid | NU.nl

Reanimatie redt levens: een opfriscursus

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Misschien heb je weleens een reanimatiecursus gevolgd of zelfs een reanimatie meegemaakt. Een ding is zeker, het kan levens redden. Als zorgprofessional is het nodig om eens in de 2 jaar een herhalingscursus te volgen na de initiële eerste reanimatiecursus. Hieronder een kort overzicht zodat je ook in de tussentijd je kennis even kan opfrissen.

Allereerst is het belangrijk om te weten dat de eerste 6 minuten bij een circulatiestilstand het meest cruciaal zijn. Als je binnen de 6 minuten start met de reanimatie, eventueel met een AED, dan is de overlevingskans het grootst.
Daarnaast is het handig om te weten bij welke circulatiestilstanden het nut heeft om een schok toe te dienen met behulp van een AED (Automatische Externe Defibrillator). Het gaat om ventrikelfibrilleren en ventrikeltachycardie. Je kan aan de persoon natuurlijk niet zien om wat voor probleem het gaat. Gelukkig kan een AED het soort ritme detecteren. Indien het inderdaad om een van bovenstaande circulatiestoornissen gaat geeft het apparaat dit aan, waarna een schok kan worden toegediend.

Als laatste een overzicht van de stappen die je doorloopt bij een reanimatie:

1. Kijk of de omgeving waarin jij en het slachtoffer zich bevinden veilig is.
Als dit nog niet zo is, probeer dan een veilige omgeving te creëren. Laat omstanders bijvoorbeeld het verkeer omleiden.
2. Controleer het bewustzijn van het slachtoffer.
Schud aan de schouders en vraag duidelijk ‘Gaat het?’
3. Als er geen reactie komt is het nodig om 112 te bellen.
Laat dit eventueel door een omstander doen. Hou de telefoon op speaker en bij jou in de buurt. Als er meer mensen aanwezig zijn kan je ook iemand vragen om een AED te halen.
4. Het is nodig om de ademhaling te controleren.
Dit doe je door de luchtweg te openen met behulp van de Head tilt-Chin lift. Kijk, luister en voel 10 seconden naar een normale ademhaling. Een volwassen persoon ademt ongeveer 12 tot 16 keer per minuut. In die 10 seconden zou het dus om 2 of 3 ademhalingen gaan.
5. Als je geen normale ademhaling hebt, start je met de reanimatie.
Dit geef je ook door aan 112. Je start met 30 borstcompressies gevolgd door 2 beademingen. Blijf dit herhalen! Reanimeren is erg inspannend. Wissel indien mogelijk af met andere personen.
6. Als er een AED is gehaald sluit je die zo snel mogelijk aan.
Vanaf dat moment kun je de aanwijzingen van het apparaat volgen.
7. Ga door totdat de ambulance er is.

Voor meer informatie en een aantal filmpjes verwijs ik je graag naar de website van de Nederlandse Reanimatie Raad.

Ik ga op vakantie en neem mee… reizigersdiarree

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Je bent op vakantie en geniet van het mooie weer, de nieuwe omgeving en het lekkere eten. Maar opeens wordt je vakantie een stuk minder leuk. Je krijgt last van buikkrampen en diarree. Wanneer er dunne, waterige ontlasting tijdens of direct na een reis ontstaat wordt dit reizigersdiarree genoemd.

Reizigersdiarree ontstaat meestal door het eten of drinken van voedingsmiddelen die besmet zijn met bacteriën die in het vakantieland veel voorkomen maar in Nederland juist niet. De darmen zijn er niet aan gewend waardoor er gemakkelijker diarree ontstaat. Ook de warmte en slechte hygiëne spelen een rol. De Campylobacter en de Salmonella non-typhi zijn de meest voorkomende bacteriële veroorzakers. Ook parasieten en virale verwekkers zoals het Norovirus kunnen reizigersdiarree veroorzaken.

Qua klachten staat, zoals de naam al zegt, diarree op de voorgrond. Ook misselijkheid, buikpijn en verminderde eetlust behoren tot de symptomen. Bij ernstige reizigersdiarree ben je echt ziek. Er is naast diarree ook sprake van koorts, overgeven en bloed of slijm bij de ontlasting. Hierdoor is de kans op uitdroging en bijkomende gevolgen veel groter.

Reizigersdiarree gaat meestal in drie tot vier dagen vanzelf over. Bij ernstige reizigersdiarree is het belangrijk om uitdroging tegen te gaan. Vooral kinderen en ouderen moeten extra veel drinken. Ook ORS, een speciaal drankje met suikers en zouten, kan uitdroging voorkomen. Om de diarree te verminderen kan er loperamide geslikt worden. Je wordt er niet sneller beter van, maar de ontlasting komt minder vaak. Hierdoor krijgen de darmen wat rust.

Als iemand zich suf gaat voelen, in de war raakt of het gevoel heeft dat hij gaat flauwvallen is het noodzakelijk om een arts te contacteren. Ook bij een ernstige infectie is het verstandig om hulp in te schakelen. Er kan dan onderzoek gedaan worden naar de verwekker. Is bekend wat de verwekker van de ziekte is, dan kan er een passende medicamenteuze behandeling gestart worden.

 

Leververvetting door darmbacteriën

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Wetenschappers van het Amsterdam UMC hebben een artikel gepubliceerd waarin staat dat de menselijke darmbacteriën veel meer alcohol kunnen produceren dan dat men tot nu toe dacht. Een belangrijke ontwikkeling in de zoektocht naar een oorzaak voor Non Alcoholic Fatty Liver Disease (NAFLD), een niet-alcoholische vorm van leververvetting. In Nederland hebben ongeveer 2,5 miljoen mensen deze ziekte. 1 op de 3 ontwikkelt uiteindelijk een progressievere vorm met daarbij een grotere kans op leverkanker, hart- en vaatziekten. Met mogelijk een levertransplantatie tot gevolg. Er is tot op heden geen behandeling voor deze patiëntengroep. Mede doordat de oorzaak niet volledig duidelijk is.

Het is al langere tijd bekend dat overmatige alcoholconsumptie leververvetting kan veroorzaken. Maar bij patiënten met NAFLD speelt overmatig alcoholgebruik geen rol. Wat dan wel de oorzaak is van deze aandoening was tot kort geleden niet duidelijk. Het was al duidelijk dat darmbacteriën alcohol kunnen maken. Maar over de hoeveelheid was niet veel bekend. Nu blijkt dat de bacteriën in staat zijn om grotere hoeveelheden te produceren dan in eerste instantie werd gedacht. Wij merken daar in principe niets van omdat de lever de alcohol afbreekt. Uit de studie blijkt dat bij 40% van de patiënten met NAFLD alcohol toch een rol speelt. Namelijk de alcohol geproduceerd door de eigen darmbacteriën.

Er werd bloed uit de poortader gebruikt om er achter te komen hoeveel alcohol er in het bloed zit voordat het door de lever gezuiverd wordt. De onderzoekers vonden hoge concentraties die overeenkwamen met 0.35 liter pure alcoholconsumptie per dag. Ze vermoeden dat dit een belangrijke rol speelt bij patiënten met NAFLD.

Een deel van de proefpersonen kreeg een stofje dat de alcoholafbraak in de lever stil legt. Er werd bij mensen met leververvetting een 15 keer zo hoog alcoholpercentage in het perifere bloed gevonden dan wanneer de lever zijn normale functie kon uitoefenen. Na een behandeling met antibiotica verdween dit effect. Volgens de onderzoekers toont dat aan dat de grote hoeveelheid alcohol afkomstig is van darmbacteriën. De antibiotica legt de bacteriën immers deel plat.

Deze nieuwe inzichten kunnen een belangrijke rol spelen bij de diagnostiek en behandeling voor patiënten met niet-alcoholische leververvetting.

‘HELLP, ik ben zwanger en heb een hoge bloeddruk’

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Tijdens de zwangerschap kan een vrouw een hoge bloeddruk ontwikkelen. De verschillende vormen worden hieronder uitgelegd.

Zwangerschapshypertensie

Hierbij is er een systolische bloeddruk >140 of een diastolische bloeddruk >90 mmHg die is ontstaat na de 20e week van de zwangerschap. Er zijn nog geen tekenen van eiwitten in de urine of orgaanschade. De hypertensie is meestal asymptomatisch. Soms krijgen vrouwen hoofdpijn of hebben ze vocht in de enkels. Als behandeling is het belangrijk om de bloeddruk regelmatig te controleren. Bij een ernstige hypertensie >160 systolisch of 110 mmHg diastolisch zijn bloeddrukverlagers nodig.

Pre-eclampsie

Bij pre-eclampsie is er ook sprake van een bloeddruk >140/90 mmHg die is ontstaat na de 20e week van de zwangerschap. Het verschil t.o.v. zwangerschapshypertensie is, is dat hierbij wel sprake is van eiwitten in de urine en mogelijk tekenen van orgaan falen. Het ontstaat door een systemische inflammatie en endotheeldisfunctie. De patiënte wordt opgenomen en de bloeddruk wordt regelmatig gecontroleerd. Ook zijn er bloeddrukverlagers nodig. Er vindt een inleiding van de bevalling plaats bij een zwangerschap van 36-37 weken of bij klinische achteruitgang.
Indien er convulsies aanwezig zijn wordt het eclampsie genoemd.

HELLP

Hemolysis, elevated liver enzymes and low platelet count (HELLP) ontstaat door een afwijkende ontwikkeling en functie van de placenta. Er is ontsteking van de lever en het stollingssysteem wordt geactiveerd. De leverwaarden zoals ASAT en ALAT zijn verhoogd, terwijl het Hb en de trombocyten zijn verlaagd. De symptomen bestaan onder andere uit pijn in de rechter bovenbuik, ascites, braken, geelzucht, misselijkheid, hoofdpijn, en visusstoornissen. De klachten komen vaak in aanvallen, die vooral in de nacht aanwezig zijn. Als behandeling wordt er intraveneus magnesiumsulfaat toegediend. Ook kan er een trombocytentransfusie of vroegtijdige bevalling nodig zijn.

De NIPT

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Vooral onder zwangere vrouwen is NIPT een bekende term. De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) kan door middel van bloedonderzoek afwijkingen bij een ongeboren kind vaststellen.  Er wordt gekeken naar het DNA. Vanaf elf weken zwangerschap kan de test worden afgenomen.

De NIPT: twee keuzes

Nu zijn er twee soorten waaruit gekozen kan worden: de test met of zonder nevenbevindingen. Onder de nevenbevindingen verstaat men alle chromosomale afwijkingen afgezien van trisomie 21 (Down syndroom), trisomie 18 (Edwards syndroom) of trisomie 13 (Patau syndroom) waar standaard op wordt getest.

Het voordeel van de NIPT ten opzichte van bijvoorbeeld een vlokkentest is dat het geen risico vormt voor moeder of kind. Mochten er wel afwijkingen worden gevonden zoals een trisomie 21, 18 of 13 dan is er alsnog een vruchtwateronderzoek of vlokkentest nodig.

NIPT wordt gratis

Begin april 2022 stond in het nieuws dat de test vanaf volgend jaar voor alle zwangeren gratis wordt. Op dit moment is er nog een bijdrage van 175 euro nodig en moet de persoon in kwestie mee doen aan een wetenschappelijk onderzoek. De minister van Volksgezondheid stelt dat de voorbereidingen in volle gang zijn. Het RIVM heeft de benodigde laboratoria geregeld. Aan de apparatuur en de ICT-systemen wordt nog gewerkt en de vergunningsaanvraag loopt ook nog. Daarnaast zijn medici bezig een richtlijn op te stellen waarin uitgelegd staat hoe men de vrouwen kan informeren indien er andere afwijkingen uit het onderzoek komen dan waar de NIPT zich in eerste instantie op richt. Als alles goed gaat is vanaf 1 april 2023 de eigen bijdrage niet meer nodig, wat maakt dat de test voor alle zwangeren beschikbaar wordt.

Proefonderzoek naar vroege opsporing longkanker

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

In Nederland krijgen jaarlijks ruim 14.000 mensen de diagnose longkanker. Helaas is de overlevingskans laag, zo’n 19% van de patiënten leeft 5 jaar later nog. De klachten, zoals lange tijd veel hoesten, pijn bij inademen en benauwd zijn, ontstaan pas laat tijdens de ziekte. Hierdoor duurt het lang voordat de diagnose wordt gesteld. En start de behandeling vaak als de kanker zich al een eind heeft ontwikkeld en misschien zelfs al wel verspreid is.

Om de ziekte vroegtijdig op te sporen is er een nieuwe vorm van onderzoek nodig. De komende maanden krijgen ongeveer 400000 Nederlanders een uitnodiging om mee te doen aan een onderzoek naar de vroege opsporing van longkanker. Het is bedoeld voor mensen in de leeftijd tussen de 60 en 79 jaar die in het verleden hebben gerookt of al langere tijd roken.

Het doel van de studie is om een bevolkingsonderzoek op te starten. Door vroege opsporing kan de sterfte met wel 25% omlaag gebracht worden bij rokers en ex-rokers. Om de diagnose te stellen is een CT-scan een goed diagnostisch onderzoek. Het is belangrijk om te weten hoe vaak een CT-scan nodig is voor een bevolkingsonderzoek. Vaak genoeg om de ziekte vaker vroegtijdig op te sporen, maar zo min mogelijk om de hoeveelheid straling binnen de perken te houden.
Een ander onderdeel van het onderzoek is om te bepalen hoe ze mensen die het grootste risico op longkanker lopen het beste kunnen bereiken. In totaal worden er 26.000 (voormalige) rokers gezocht. Door het invullen van een vragenlijst wordt bepaald of iemand geschikt is om deel te nemen. De mensen die als eerste een uitnodiging krijgen wonen in de regio Amsterdam

Het Erasmus MC neemt in Nederland de leiding bij het onderzoek. Maar ook landen als Duitsland en Frankrijk voeren het uit. En niet geheel onbelangrijk, de Nederlandse Gezondheidsraad is het eens met het onderzoek. Vorig jaar gaven zij al een positief advies over de studie naar een mogelijk bevolkingsonderzoek.

Tokofobie, doodsangst voor een bevalling

Geschreven door Ruth Wolters, geneeskundestudent

Ooit de term ‘tokofobie’ voorbij horen komen? Het is de extreme angst om te bevallen, zo erg dat vrouwen zwangerschap vermijden ondanks dat er wel een kinderwens is. Bij een bevalling komt altijd een vorm van angst kijken. Bij gezonde spanning kunnen de vrouwen zich er overheen zetten en dus positief de bevalling starten. Bij tokofobie wordt er alles aan gedaan om de bevalling te ontwijken.

Er zijn twee vormen te onderscheiden. Bij primaire tokofobie is de vrouw voor het eerst zwanger. Er is vaak geen duidelijke oorzaak te vinden voor de heftige angst. Vrouwen kunnen bijvoorbeeld
negatieve bevallingservaringen hebben gehoord of slachtoffer zijn van seksueel trauma. Vaak is er wel een bepaalde gevoeligheid voor angst waardoor de gedachten snel kunnen uitgroeien tot iets groots. De angst kan gaan over het verliezen van controle, pijn of zelfs de dood.

Secundaire tokofobie ontstaat na eerder bevaltrauma, zoals extreem bloedverlies, problemen met de baby of het krijgen van medische ingrepen. Er ontstaat angst dat het bij de volgende bevalling precies hetzelfde gebeurd. Een vaak reële angst.

De kans bestaat dat vrouwen met tokofobie in een vicieuze cirkel belanden. Door stress en angst kan het lichaam niet voldoende oxytocine aanmaken terwijl dit juist nodig is om de bevalling te starten. Hierdoor kan de ontsluiting niet verder gaan, ontstaat er meer pijn en is de kans op medisch ingrijpen groter. De angst wordt dus werkelijkheid.

Het is belangrijk om de angsten te bespreken. Ook gespecialiseerde hulp middels coaching of cognitieve gedragstherapie kan nodig zijn.

×